
INTAKE
& WENNEN
Ongeveer twee á drie weken voor de daadwerkelijke ingangsdatum van de opvang vindt het intakegesprek plaats. Tijdens het intakegesprek wordt de basis gelegd voor een vertrouwensrelatie tussen de ouder en Kids Centre. Behalve het feit dat de ouder geïnformeerd wordt over alle zaken die met de verzorging van zijn kind te maken hebben, is dit gesprek bedoeld om de ouder goed te informeren over de organisatie van Kids Centre. Wat kan de ouder van Kids Centre verwachten en wat verwacht Kids Centre van de ouder? Deze vragen zullen grotendeels beantwoord zijn na het intakegesprek.
Om het kind en de ouder vertrouwd te laten raken met Kids Centre hebben wij wenmomenten, die vooraf gaan aan de uiteindelijke plaatsingsdatum. Tijdens het intakegesprek wordt besproken met de ouder hoeveel en wanneer de wenmomenten plaatsvinden. Voor het ene kind zijn meer wenmomenten nodig dan voor het andere kind. Ieder kind is uniek en heeft een aparte aanpak nodig. De wenmomenten zullen geen hele ochtenden of middagen duren, maar maximaal 3 uurtjes. Bij de wenmomenten van de BSO, brengt de ouder zijn kind zelf naar de BSO. Wij halen geen wenkinderen uit school. Dat doen wij pas als de daadwerkelijke opvang begonnen is.
Het doel van deze wenmomenten zijn o.a.
· Dat het kind vertrouwd raakt met Kids Centre: het dagritme, de beroepskrachten, de groepsgenootjes;
· Dat de ouder vertrouwd raken met de nieuwe situatie en een vertrouwensrelatie kan ontwikkelen met de beroepskrachten;
· Dat zaken zoals voedingsschema's, slaaprituelen en schooltijden zo goed als mogelijk, op elkaar afgestemd worden.
De tijd dat een kind in de groep verblijft, wordt in overleg met de ouder opgebouwd. De beroepskracht speelt een belangrijke rol bij het wennen van het kind. Bij een baby wordt er meestal minimaal 1 flesje gegeven en een slaapje gedaan. Zo is er ook tussentijds voldoende tijd om elkaar te leren kennen. Een kind wordt spelenderwijs bekend gemaakt met de ruimte en de regels. De groepsgenootjes spelen daar overigens vaak onbedoeld een belangrijke rol bij. Er wordt aandacht gegeven in de vorm van lichamelijk contact, rondkijken in de groep en kennis maken met andere kinderen, of juist niet als het kind wat angstig is. Aandacht betekent ook ondersteuning bieden aan het kind bij het vinden van een eigen plekje in de groep. Het kind moet zich welkom voelen. Wanneer uit het gedrag van het kind valt op te maken dat het moeilijk wennen is wordt in overleg met de ouder het wenmoment herhaald, dan wel naar andere mogelijkheden gezocht om het wennen te vergemakkelijken.
Aandachtspunten voor de wenmomenten:
- We accepteren dat een kind verdrietig kan zijn en tonen hiervoor begrip.
- We stellen in het begin weinig eisen aan het kind, zodat het kind de kans krijgt om rustig te wennen aan de omgeving, de beroepskrachten en de kinderen.
- We geven het kind de tijd om te wennen aan de nieuwe situatie.
- We besteden vooral in het begin extra tijd en aandacht aan het kind.
- We bieden het kind een vast dagritme aan.
- We zorgen ervoor dat het kind zich snel thuis gaat voelen in de groep. Dit kan door bijvoorbeeld wat extra aandacht aan het kind te geven, door samen een activiteit te doen of door het kind te betrekken in het groepsproces.
Alhoewel wij het wennen dringend adviseren, kiezen sommige BSO ouders er bewust voor geen gebruik te maken van deze wenmomenten.
